Ga naar hoofdinhoud

Wkb is ‘zegen’ voor Komo-bedrijven

Op 1 januari 2021 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. Deze heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Directeur Oscar van Doorn en projectleider Bas van Etten van SKH in Wageningen zijn blij met de veranderingen in het bouwtoezicht, zeker voor bij Komo-aangesloten timmerfabrikanten.

Hoe gaat het nu. Een opdrachtgever wil bouwen. De ontwerper ontwerpt, de gemeente geeft de bouwvergunning af, de bouwer bouwt, wordt wellicht tijdens de bouw geconfronteerd met een bouwambtenaar die controleert of er conform het Bouwbesluit wordt gebouwd en na de oplevering (en het herstellen van opleverpunten) vervolgt een ieder zijn pad. SKH-directeur Oscar van Doorn: “Uit de praktijk blijkt dat die manier van werken ruimte laat tussen het papieren en het feitelijke bouwwerk. Kortom, afwijkt van het Bouwbesluit.” Bij een gebrek aan het bouwwerk ligt de bewijslast daarvan nu nog bij de opdrachtgever. Op 14 mei 2019 nam de Eerste Kamer de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen aan. Die wet heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Wkb-specialist bij SKH Bas van Etten vult aan: “Daarbij wordt ook nog de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. De bewijslast voor goed en degelijk werk ligt bij een dispuut vanaf 2021 wettelijk bij de bouwer, zowel voor verborgen als zichtbare gebreken. De aannemer zal dus de correcte afronding van zijn werk, met hulp van adviseurs en toeleveranciers, zo veel mogelijk documenteren en vastleggen om invulling te kunnen geven aan deze bewijslast.” De wet gaat gefaseerd in. Er wordt per 1 januari 2021 gestart met de eenvoudigere bouwprojecten zoals grond gebonden woningen, daarna wordt de systematiek eventueel uitgerold naar meer complexe projecten.

Bouwproces 

Onder de nieuwe Wkb wordt het proces voor vergunningverlening in tweeën opgeknipt. De ruimtelijke component (toets aan welstand en ruimtelijke ordening) loopt via de gemeente. Deze blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en omgevingsveiligheid en blijft het bevoegd gezag. De bouwtechnische toets zal door private partijen uitgevoerd gaan worden. De vergunninghouder wordt verplicht hiervoor een onafhankelijke kwaliteitsborger in te schakelen die voorafgaand en tijdens de bouw toetst op conformiteit met de bouwtechnische voorschriften uit het Bouwbesluit en verklaart of de getoetste onderdelen aan de voorschriften voldoen. Het bouw- en woningtoezicht, zoals gemeenten dat nu uitvoeren, wordt dus een taak van marktpartijen. Een verklaring van de kwaliteitsborger zal bij oplevering voorwaarde zijn voor ingebruikname van het object. Van Etten: “Je kunt dus in de situatie terecht komen dat er een gebouw staat, waar de kwaliteitsborger geen verklaring op afgeeft dat het voldoet aan het Bouwbesluit. Het is dan aan de gemeente of er een ingebruiknamevergunning wordt afgegeven of dat het gebouw dien ten gevolge leeg blijft.” Van Doorn: “Dat is meteen ook de meest in het oog springende verandering: er gaan op de Nederlandse bouw volgens schatting tussen de 1.200 en 1.800 mensen rondlopen die de kwaliteit gaan borgen en daar hun naam ook aan verbinden. Dat is iets anders dan de huidige vaak steekproefsgewijze ambtelijke controle.” Als alles in orde is, geeft de gemeente een vergunning voor de ingebruikname. Een publieke toelatingsorganisatie houdt toezicht op de werking van het stelsel.

Reality-check

Om toezicht te houden op het bouwproces, zal de kwaliteitsborger gebruik gaan maken van een vooraf goedgekeurd systeem de zogenoemde ‘toegelaten instrumenten’. Dit ook om na een risico-inventarisatie per project enige uniformiteit in de kwaliteitsbeoordeling te krijgen. Van Etten: “De herhaalvraag van de kwaliteitsborger naar de aannemer toe zal steeds zijn: ‘Hoe heb je georganiseerd dat het gebouw aan het Bouwbesluit voldoet’. Een nieuw zelfstandig bestuursorgaan accepteert deze toegelaten instrumenten en zal deze in zogenoemde ‘reality-checks’ toetsen aan de praktijk.”

KiK

“Onder de nieuwe wet ontstaat een voordeel voor Komo-bedrijven”, aldus Van Doorn. Het eerste generieke kwaliteitsborgingsinstrument dat beschikbaar kwam (eind 2016) was en is KiK, de verbindende factor in bouwkwaliteit. KiK staat voor Komo instrument Kwaliteitsborging en is ontwikkeld samen met dertig (branche)organisaties in en rond de bouw en infra. De Toetsingscommissie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties oordeelde op 17 december 2019 dat KiK voldoet aan de eisen die gelden voor kwaliteitsborgingsinstrumenten in relatie tot de Wkb. “En dat is goed nieuws”, zo vinden Van Doorn en Van Etten. De KiK-tool is zowel voor de kwaliteitsborger als voor elke andere partij uit de bouwketen beschikbaar die nu al in proefprojecten aan de slag wil met de nieuwe wetgeving. Van Etten: “KiK gaat uit van het bestaande systeem van Komo-certificatie. Komo heeft immers al in zich of het product aan het Bouwbesluit voldoet. Als je de verschillende Komo-gecertificeerde gebouwonderdelen samenvoegt tot een gebouw en je certificeert het proces daartoe, dan heb je feitelijk een bouwwerk dat in zijn totaliteit voldoet aan het Bouwbesluit.” Van Doorn: “Bouwen onder Komo vergemakkelijkt het werk van de borger, iets dat is gecertificeerd ga je niet nog een keer controleren. Die besparing in tijd en energie betaalt zich voor de aannemer uit in minder kosten voor zijn eigen kwaliteitsborger. Met het certificaat van zijn toeleverancier is de geleverde kwaliteit immers aangetoond. Het geeft de 205 Komo-bedrijven/certificaathouders in de timmerindustrie bovendien een beloning voor hun inspanningen omdat zij door aannemers, zo is de verwachting, uit kostenoverwegingen sneller zullen worden ingeschakeld. De overige circa 200 niet-Komo-bedrijven moeten bij elk timmerproject de aannemer en de kwaliteitsborger opnieuw overtuigen dat zij leveren overeenkomstig het Bouwbesluit. En als dat betekent dat meer bedrijven ook voor Komo-certificering kiezen, dan is dat vanuit kwaliteitsoogpunt en gelijk speelveld ook geen slechte ontwikkeling.”

Bewijslast

bouwkwaliteit

Voor alle gebouwen die dit jaar worden aangevangen en vanaf 1 januari 2021 worden opgeleverd ligt de aansprakelijkheid al bij de aannemer. Het gebouwdossier en het instellen van een kwaliteitsborger is verplicht voor woningbouwprojecten die na 1 januari 2021 worden gegund. Om alvast te oefenen met de nieuwe systematiek kunnen kwaliteitsborgers, bouwers, ontwikkelaars/voorschrijvers en bevoegd gezag deelnemen aan proefprojecten met KiK. Overigens, als blijkt dat het stelsel onvoldoende werkt of de kosten te veel stijgen, dan kan de minister besluiten de wet alsnog – of onderdelen van de wet – niet in te laten gaan. Op een later moment wordt bovendien beslist of de wet ook gaat gelden voor complexere bouwprojecten.
SKH is momenteel in pilotprojecten de gevolgen van de wet aan het onderzoeken. “Je wilt tenslotte niet voor verrassingen komen te staan”, aldus Van Etten.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief   Aanmelden