Ter voorbereiding op de invoering op 1 januari 2024 praatte de sectie Kozijnen van de NBVT tijdens een bijeenkomst in Kamerik de leden bij over de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Het onderwerp leeft, zo is af te leiden uit de grote opkomst. Zowel SKH’s Bas van Etten als kwaliteitsborger Keimpe Stroop van gBOU stelden de zaal gerust. “KOMO neemt zowel de aannemer als de kwaliteitsborger veel werk uit handen.” Maar dat betekent niet dat de timmerfabrikant op zijn handen kan blijven zitten.
De Wkb gaat volgend jaar stapsgewijs in. Dat hebben de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangegeven. En ook ‘mensen uit het circuit’ geven aan dat na vijf keer opschuiven en de reserves die er in de politiek bestaan, het er nu toch echt van gaat komen. De veranderingen uit de Wkb gelden tot en met 2028 vooralsnog alleen voor eenvoudige bouwwerken. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Daarna volgen de andere bouwwerken (gevolgklasse 1 t/m 3). Hierdoor kunnen bouwbedrijven en gemeenten stap voor stap ervaring opdoen met het nieuwe toezicht in de bouw. Elke bouwaanvraag na de ingangsdatum zal onder toezicht komen van een onafhankelijke kwaliteitsborger.
Wat de gevolgen zullen zijn voor de timmerindustrie kregen de leden van de NBVT-sectie Kozijnen recentelijk in Maurik te horen. Zo’n zeventig deelnemers werden bijgepraat door Bas van Etten van SKH te Wageningen en kwaliteitsborger Keimpe Stroop (gBOU). De bijeenkomst scoorde hoog bij de bezoekers.
Aansprakelijkheid
De Wkb zet de kwaliteitsborging op zijn kop. De consument kan na oplevering 20 jaar terugvallen op de aansprakelijkheid van de aannemer. En waar de bewijslast tot nu toe bij de eiser ligt, is die bij de Wkb omgedraaid. De aannemer moet aantonen dat (ook een verborgen) gebrek niet aan hem toe te rekenen is. Dat betekent haast automatisch dat aannemers hun toeleveranciers, waaronder de timmerindustrie, zullen verzoeken bij te dragen in het leveren van bewijslast en het geven van advies over de juiste producten, verwerken en onderhoud.


Bouwtoezicht en de kwaliteitsborger
Het nieuwe bouwtoezicht valt uiteen in drieën: de autoriteit bouwkwaliteit, de instrumentenaanbieder en de kwaliteitsborgers. De eerste is de toelatingsorganisatie die controleert of de instrumenten en de beoordelingsmethodiek werken (het bevoegd gezag). Deze heeft ook sanctiemogelijkheden als dat niet het geval is. Belangrijk hierin is het doel vast te stellen of er ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ bestaat dat een bouwwerk voldoet aan de voorschriften. De instrumentaanbieder (waaronder KIK, Woningborg, SWK, Technical Inspection Service TIS, Garantiewaarborg Instrument KGW) ontwikkelt de instrumenten en controleert de kwaliteitsborger. Die is verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van de instrumenten. En dan is er de kwaliteitsborger zelf die onafhankelijk is en toeziet of de bouwer voldoet aan het Bouwbesluit (per 1 januari 2024 Omgevingswet met daarin het Besluit bouwwerken leefomgeving) en daarvoor een verklaring afgeeft.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Het ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ is een kernbegrip in het nieuwe bouwtoezicht. Bas van Etten: “Het stelsel bevat prikkels om de kwaliteitsborging zo efficiënt mogelijk uit te voeren. De kwaliteitsborger kan gebruik maken van bijvoorbeeld kwaliteitsverklaringen of gecertificeerde materialen, producten of bouwmethoden. Een kwaliteitsborger hoeft
deze materialen, producten of bouwmethoden dan niet nog een keer te controleren op kwaliteit, maar kan vertrouwen op het certificaat of de kwaliteitsverklaring. Een KOMO attest-met-productcertificaat verklaart dat een product voldoet aan het Bouwbesluit mits deze wordt toegepast overeenkomstig de voorschriften.”
De Wkb-prestatieladder is een geharmoniseerde en systematische waardering van kwaliteitsregelingen in de bouw. Deze omvat de productie in de fabriek, de productie en constructie en de constructie op de bouwplaats. “Met een attest-met-productcertificaat én een procescertificaat heb je deze onderdelen in één keer getackeld. Heb je dat niet, dan zul je de kwaliteitsborger moeten overtuigen dat je ook voldoet aan de gestelde eisen. Maar dat vergt een stuk meer tijd, energie en kosten”, aldus Van Etten.

Actuele verwerkingsvoorschriften
Helemaal op zijn lauweren rusten kan een certificaathouder/timmerfabriek echter niet. Die is en blijft er immers mede verantwoordelijk voor dat zijn houten gevelelementen in zijn toepassing kunnen voldoen op het gebied van beoogde functie/prestatie, bouwkundige aansluitingen en toepassingsvoorwaarden en goede verwerkingsvoorschriften. Hij moet het product- en procescertificaat aanvullen met actuele verwerkingsvoorschriften en toepassingsvoorwaarden.
Van Etten: “Het KOMO-certificaat vermeldt enkele algemene toepassingsvoorwaarden. Het is aan de timmerfabrikant om specifieke toepassingsvoorwaarden te stellen. En dan heb ik het over voorschriften voor transport en opslag, montage en afwerking.” De eigen verklaring van een fabrikant, zoals een CE-markering, stelt weliswaar de producteigenschappen vast, maar sluit in tegenstelling tot KOMO niet aan op het Bouwbesluit.
Fotograferen
Veel timmerfabrikanten zijn hun productie in het kader van dossiervorming in fotografie gaan vastleggen. Voor daken en wanden is dit ook voorgeschreven omdat op enkele onderdelen de beoordeling achteraf alleen constructief kan (zoals plaatsing van het isolatiemateriaal). Bij kozijnen, ramen en deuren kan alles zonder zwaar destructief onderzoek achteraf worden beoordeeld. Van Etten: “Dat is ook de reden dat de BRL 0801 voor kozijnen/ramen en BRL 0803 voor deuren deze fotografie-eis niet kent.”

Geen politieagent
Kwaliteitsborger Keimpe Stroop van gBOU in Heerenveen nam de zaal na Van Ettens presentatie mee naar de praktijk. En om direct met de deur in huis te vallen zei hij: “Ik ben geen politieagent. Als er een gerechtvaardigd vertrouwen is dat het goed is, dan hoef ik feitelijk niets te doen. Producten procescertificatie geven gerechtvaardigd vertrouwen. Als SKH zegt dat het goed is, wie ben ik dan om dat te ontkennen?”
“Het wordt een ander verhaal als er geen certificering is. Dan moet de fabrikant/leverancier mij overtuigen van dat gerechtvaardigd vertrouwen. Risicobeoordeling en beheersing van de risico’s is mijn taak, samen met het uitvoeren van een borgingsplan. Daarna geef ik een verklaring af.” De verklaring kan worden afgegeven indien de onafhankelijke kwaliteitsborger ‘het gerechtvaardigd vertrouwen heeft dat het gerede bouwwerk voldoet aan de bouwvoorschriften.’ Stroop: “Kortom, we gaan met elkaar in gesprek.”
CE-markering niet genoeg
Nu de bewijslast bij bouwers komt te liggen, verwacht Stroom dat de toepassing van kwaliteitsverklaringen groter zal worden. “Het is dat extra noodzakelijke stapje na CE-markering. Op zichzelf goede bouwproducten met CE die je niet volgens de toepassingsvoorschriften aanbrengt, voldoen niet aan het Bouwbesluit.” In het dossier aan het bevoegd gezag zit de verklaring van de kwaliteitsborger en zijn eindrapportage. Ook een plattegrond tekening met verblijfsruimten, maatvoering en een totaaloverzicht zijn erin opgenomen, net als constructietekeningen en berekeningen. Verder de ventilatiegegevens, de BENG- en milieuprestatieberekening en gegevens over de (eventueel) toegepaste gelijkwaardige oplossingen. Dit laatste is overigens niet van toepassing op de constructie en brandveiligheid.
De bouwer stelt het opleverdossier samen, of dat gebeurt namens hem, en het dossier valt onder het regelend recht: opdrachtgever en bouwer bepalen samen wat daarin komt. Stroom: “Van belang is om garantietermijnen en onderhoudsvoorschriften, handleidingen en informatie over het bouwwerk op te nemen.” Transparantie is volgens Stroop een uitvloeisel van de nieuwe Wkb. “De opdrachtgever heeft recht op informatie vanuit het oogpunt ‘u krijgt waarvoor u heeft betaald’. En dat is eigenlijk niet meer dan normaal.” Veel aanwezigen zullen bij thuiskomst hun verwerkingsvoorschriften nog eens extra onder de loep nemen.