Het werken in een timmerfabriek is zwaar en daarom moet er in de cao Timmerindustrie een zwaarwerkregeling komen. Dat is de oproep die FNV Bouwen & Wonen en CNV Vakmensen doen aan de werkgevers in de sector. Tijdens de cao-onderhandelingen die nu lopen is, discussie ontstaan over het onderwerp.
Een van de indicatoren dat het werk zwaar is, is het hoge ziekteverzuim onder oudere werknemers. Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage in de sector is 4,6 procent. Voor medewerkers boven de 55 is dat 7,2 procent. Hans Crombeen, bestuurder FNV Bouwen & Wonen: “De werkgevers zeggen dat de timmerfabrieken zo modern zijn dat het werk niet meer zwaar is. Maar de oudere generatie heeft de langste tijd niet in zo’n moderne fabriek gewerkt. Bovendien werken ook nog steeds veel mensen in kleine fabrieken, zonder moderne hulpmiddelen.”
FNV en CNV willen fonds
“Een vergoeding voor zwaar werk in de timmerfabrieken vinden werkgevers overbodig”, stelt bestuurder Emiel Peper van CNV Vakmensen. “De lichamelijke belasting is dan wellicht verminderd, het verhoogde werktempo maakt dat wel degelijk sprake is van zwaar werk. Vanwege die belasting van het werk is het bovendien erg jammer dat werkgevers niet mét vakbonden optrekken om de pensioenhorizon voor hun medewerkers naar voren te halen. Ze zijn kennelijk niet geïnteresseerd of hun mensen gezond de eindstreep halen.”
De bonden willen in de nieuwe cao een regeling die er voor zorgt dat medewerkers maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd kunnen stoppen met werken. “Bedrijven mogen volgens de regels van het pensioenakkoord daarvoor per medewerker per jaar maximaal 21.204 euro belastingvrij uitgeven. Daarvoor willen we fonds oprichten, waarvoor de werkgevers de premies betalen”, aldus Crombeen.
De onderhandelingen tussen de vakbonden en werkgevers gaan op 11 november weer verder. Voor die tijd gaan de bonden met hun achterban in gesprek over het verloop van de onderhandelingen.