Coöperatie Insert in Meteren vindt het zonde dat tropisch hardhout bij sloop in de verbrandingsoven eindigt. Zij heeft een materiaalstroom opgezet om dat sloophout te oogsten en gereed te maken voor hergebruik. Zo maken ze kozijnen van sloophout.
Coöperatieleden René Plaggenburg (Dusseldorp) en Arend van de Beek (Lagemaat) ontvingen op 22 juni veel interesse en lof voor dit initiatief tijdens de algemene ledenvergadering van de NBVT.
De bouwsector is als grootverbruiker van grondstoffen verantwoordelijk voor een 40 procent van de totale nationale CO₂-uitstoot. Daarnaast draagt de sector bij bij aan de belasting van het milieu door bouw- en sloopafval en de emissie van vluchtige organische stoffen. De hoeveelheid bouw- en sloopafval is na een sterke stijging eind jaren ’90 gestabiliseerd op ongeveer 24 miljard kg. Het aandeel nuttige toepassing van het afval bedraagt 97 procent, voornamelijk mineralen en steenachtig materiaal voor de wegenbouw.



Niet slopen maar oogsten
Een groep sloopbedrijven (zie kader) onderzocht vijf jaar geleden met de stichting Insert de mogelijkheid om na sloop bestaande gebouwcomponenten te hergebruiken. Twee jaar geleden pakte de Coörperatie Insert dit op. “We willen in ketensamenwerking naar een volgende generatie duurzaamheid en circulariteit”, aldus René Plaggenburg, coöperatielid en directeur van Dusseldorp ISM (Infra, Sloop, Milieutechniek) in Lichtenvoorde. De coöperatie faciliteert de aanlevering, productie en distributie van herbruikbare stromen materialen, producten en grondstoffen. Leden van Coöperatie Insert zijn partner van Stichting Insert en lid van de branchevereniging VERAS. Plaggenburg: “Het oogsten van sloopmateriaal moet een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn door gespecialiseerde bedrijven om zo bulk, kwaliteit en veiligheid te borgen.”
24 soorten materialen bij sloop
In 2017 werd, gesubsidieerd door Brussel, de eerste ervaring opgedaan bij de circulaire gebiedsontwikkeling Bleijerheide in Kerkrade. Leegstaande hoogbouwflats Superlocal werden vakkundig uit elkaar gezaagd, deels hergebruikt door Bouwbedrijven Jongen of op locatie te worden verwerkt tot recycle beton voor circa 130 nieuwe woningen. “Uit demontage van de flats kwamen 24 vrijkomende soorten materialen vrij die zijn hergebruikt als bouwstof”, aldus Plaggenburg.
Leden Coöperatie Insert
Lagemaat B.V. | Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek | Bork Groep | Bottelier B.V. | C.A. de Groot Groep BV | M. Heezen | Hooijer Renkum | Laarakkers Nederland | Roseboom | Gebroeders Snellen BV | Vissers | Sloop – Asbest – Bodem |
Zie ook cooperatie.insert.nl
Ook materialen als kozijnen en deuren zijn opnieuw gebruikt. In de gww ging Insert aan de slag met de oude metalen Hoge Brug in Ulft. Deze werd constructief vervangen door een vernieuwde versie van zichzelf, aangevuld met staal uit de voormalige buizenfabriek in Silvolde en een voormalige elektriciteitsmast. Voor het nieuwe houten brugdek is nieuw accoya ingezet, dat is gecompenseerd door de aanplant van nieuwe bomen op een landgoed in de Achterhoek.
Bedrijfspand van sloop grondstofen
Dit initiatief leidde ook tot de oprichting van een bruggenhub met Prorail om geschikte bruggenportalen te hergebruiken. Hoe ver hergebruik kan gaan, toont het eigen reststoffencentrum van Dusseldorp in Borne. Deze bestaat voor 85 procent uit sloopgrondstoffen. In de gevel zijn oude stoeptegels van schoolpleinen van de gemeente Borne verwerkt. De dakpannen komen van het voormalig gemeentehuis van Weerselo.

De tapijttegels binnen zijn gemaakt van oude visnetten, aangevuld met tegels van de Rabobank Zeist. Dit bankgebouw leverde ook de binnenkozijnen. De betonnen binnentrappen en de buitenkozijnen zijn afkomstig van het Erasmus MC. Het trasraam is geoogst uit de gemeente Assen. En ook het straatzand, de straatstenen en de tegels hebben hier allemaal een tweede leven gekregen.
Plaggenburg: “Tijdens het sloopproces monitoren de Insert-leden alle materialen, herkomst en constructies tot in detail en leggen dit in een grondstoffenpaspoort vast. Zo weten we wat we hebben, als iemand met een specifieke vraag komt.”
Materiaalstromen hardhout
Insert vermarkt momenteel zelf de materiaalstromen plafondplaten en hardhout. Systeemplafondplaten worden in een regulier sloopproject vaak afgevoerd naar de verbrandingsoven. Plaggenburg: “Nergens voor nodig. Wij refurbishen de platen met een minerale verf op basis van kalk en grafeen, zodat ze zonder extra CO₂-uitstoot weer herbruikbaar zijn. Dat bespaart per 500 m² toegepast systeemplafond 915 kg CO₂. En dan staan ze ook nog op de MIA- en VAMIL-lijst voor milieu-investeringen.”
Kozijnen van sloophout
En ook een gang naar de verbrandingsoven van hardhout is volgens de coöperatie allesbehalve nodig. Het door Insert geleverde iroko, meranti en merbau is afkomstig van deuren en kozijnen. Programmamanager Circulariteit Arend van de Beek van coöperatielid Lagemaat in Heerde zegt: “Vanaf de jaren ’80 zijn houtsoorten als meranti en iroko in de bebouwde omgeving veelvuldig toegepast. Die hoeveelheden komen nu door de sloop- en onderhoudssector vrij. Vaak is direct hergebruik niet mogelijk omdat de kozijnen niet voldoen aan de eisen van nu. Wij ontdoen het hout van alle vervuilingen zoals verf, kit, schroeven en spijkers en maken er daarna nieuwe gelamineerd/gevingerlaste hardhouten balken van die onder KOMO en FSC worden uitgeleverd. Op deze manier wordt hergebruikt hout weer ingezet volgens de normen van nu.”
FSC Reclycled label


Het oogsten van de kozijnen gebeurt volgens de speciaal ontwikkelde ‘Insert-oogstmethodiek’. Oogstleden zijn sloopaannemers die op sloopprojecten materialen oogsten en deze aanleveren aan de coöperatie. Van de Beek: “Door te kiezen voor een oogst- of kernlid van onze coöperatie verzekert de gebouweigenaar zich van een duurzame afzet van hardhouten kozijnen.” Doordat bekend is uit welke gebouw de kozijnen afkomstig zijn en er een chain-of-custoy is opgezet, is het hout gecertificeerd met het FSC Recycled label.
Voorwaarde om FSC Recycled materiaal in te zetten, is dat het bedrijf FSC-gecertificeerd is en dat het materiaal aan het einde van de bedoelde levenscyclus is. Insert wil het hout lokaal verwerken, dicht bij de oogstplek en is bezig daarvoor een aantal hubs op te zetten. Belangrijk voor verdere verwerking is dat het ‘nieuwe’ hout absoluut geen metaal meer bevat. Daarvoor wordt het hout in het totale productieproces drie keer door een scanner gehaald. Daarnaast wordt het hout in drie klassen gesorteerd: A- (de hoogste), B- (met een enkel gaatje) en C-kwaliteit. Van de Beek: “Zo hebben we een optimale oogst en opbrengst en hoeft er niets naar de verbrandingsoven.”
Klikkozijn
Door alle bewerkingen is het hardhout volgens Van de Beek in prijs iets duurder, “maar als je het milieuvoordeel becijfert, dan past het naadloos in elke milieu-ambitie.” Plaggenburg: “Bij deze de oproep aan eigenaren, renoveerders en slopers. Lever het vrijkomende hardhout verantwoord en tegen een aantrekkelijke vergoeding aan bij één van de Insert-innamepartijen zodat wij het kunnen schonen, vingerlassen en lamineren voor allerlei toepassingen in de bouwkolom.”
De hoop is dat de nu ingezette weg naar circulariteit gaat leiden naar een andere manier van ontwerpen, produceren en bouwen. Plaggenburg: “We moeten toe naar een klikkozijn dat zonder veel problemen in en uit de gevel gehaald kan worden. Ook detailleringen en toegepaste materialen zullen met circulariteit in het achterhoofd moeten worden ontwikkeld en gefabriceerd.” De timmerindustrie wacht een schone taak.
Dit artikel is afkomstig uit Timmerfabrikant 7/8-2023. Nog geen abonnee? Klik hier!