Ga naar hoofdinhoud

Van de Vin innoveert met partners

van de Vin

Het is een gewone doordeweekse werkdag, toch ligt het bedrijventerrein ‘De Poortmannen’ aan de zuidkant van het Brabantse dorp Heeze er stil en verlaten bij. In het kantoor van het bedrijfscomplex van ‘Van de Vin, ramen en kozijnen’ ontvangt algemeen directeur Piet van Loenhout (56) zijn bezoek met de mededeling: “Gezien de corona zullen we maar geen hand geven.” In een comfortabele spreekkamer, met een brede tafel vertelt hij over de wel zeer bijzondere eerste maanden in zijn nieuwe functie: “Het zijn bewogen tijden voor het bedrijf en ook voor mij persoonlijk. Deze maand bestaat Van de Vin zestig jaar. Helaas is de viering twee maanden uitgesteld, vanwege de coronaperikelen. Bijzonder voor mij is dat ik sinds 1 januari 2020 algemeen directeur ben van dit mooie familiebedrijf.”

Voor Piet van Loenhout is de timmersector geen onbekend werkterrein. Eerder was hij onder andere directeur van verschillende deurenfabrieken. Nu is hij de opvolger van het tweemanschap Anton en Mathee van de Vin, dat vanaf 1986 de onderneming leidde. Hun vader, Frans van de Vin, begon in 1960 zijn eigen timmerfabriek in Heeze. Hij maakte zo ongeveer alles, ‘als het maar van hout was’. Van Loenhout schetst de stapsgewijze ontwikkeling van Van de Vin, van ambachtelijke timmerwerkplaats tot industriële producent van houten kozijnen en ramen voor nieuwbouw en renovatie. Van Loenhout: “Kijk je naar de ontwikkeling van product en productieprocessen kun je duidelijk de stappen onderscheiden in de loop van zestig jaar zijn gezet.

De eerste grote stap was de specialisatie die de gebroeders Van de Vin doorvoerden toen ze het roer hadden overgenomen. Ze besloten zich volledig te gaan toeleggen op de productie van kozijnen en ramen, hoofzakelijk voor de woningbouw. Hun speerpunt was vergroting van de productiecapaciteit zonder in te boeten op kwaliteit. Met dat streven hebben ze het bedrijf door de bouwcrisis van de jaren tachtig geloodst.”

Piet van Loenhout

Lean

Kenmerkend voor familiebedrijf Van de Vin was, volgens Van Loenhout, altijd al de voorkeur voor samenwerking met vaste relaties. Een van die vaste partners, een aannemer, overtuigde de directie van Van de Vin van de voordelen van een nieuwe bedrijfsfilosofie met de naam ‘Lean’. Van Loenhout: “Dat concept was toen, in 2010, nieuw voor de Nederlandse timmersector. De directie ging op Lean-cursus en het voltallige personeel volgde Lean-trainingen.” De invoering van de Lean-principes zette het vertrouwde bedrijfsproces volledig op z’n kop: de doorlooptijd werd drastisch verkort, er werd overgeschakeld op fabricage van kleinere productseries waardoor productiefouten tijdig konden worden hersteld en kozijnen werden niet meer opgeslagen als ‘gereed product’ maar on-time afgeleverd.

Het succes van ‘Lean’ was al snel af te lezen uit de cijfers. In 2010 was doorlooptijd van de fabricage van een kozijn 21 dagen. Binnen tien jaar is dat teruggebracht tot zes dagen, voor het beglaasde en afgelakte product. Met ongeveer hetzelfde aantal medewerkers is in die periode het productievolume verdubbeld. Met de aanschaf in 2016 van twee geavanceerde BMH Windowmaster 100-bewerkingscentrales, zette Van de Vin een volgende grote stap naar efficiënter, sneller en lichter werken in de productie van ramen en kozijnen. 

Anders samenwerken 

Hoe opereert Van de Vin in een markt die sinds enkele jaren verkeert in een voortdurende staat van verandering? De opschaling van de woningbouwproductie en renovatie vraagt om een industriële bouwwijze, andere bouwsystemen en een andere rolverdeling van samenwerkende bouwpartijen. Van Loenhout: “Al voordat het woord ‘ketensamenwerking’ bestond, werkte Van de Vin bij voorkeur met vaste aannemers, architecten en leveranciers. Tegenwoordig komt driekwart van onze omzet tot stand in ’projectoverstijgende samenwerking met vaste ketenpartners.’ Bij de traditionele manier van aanbesteden, met een gegeven ontwerp en een gespecificeerd bestek, maken wij gewoon wat er op tekening staat. Maar dat komt steeds minder voor. Nieuw en totaal anders is het werken in een bouwteam met ketenpartners. Daarin praten wij, als leverancier van systeemelementen, ook mee over het voorlopig ontwerp van woningen. Onze expertise wordt gevraagd bij de bouwkundige en bouwfysische detaillering en bij bespreking van de budgettaire consequenties van ontwerpkeuzen, gewenste energiewaardes en het duurzame gehalte en de uitvoerbaarheid van de voorgestelde detaillering. Wat we ook méér zien is, dat onze kozijnen niet op de bouwplaats worden verwerkt maar in de productiehallen van de gevelbouwers worden ingebouwd in betonen of houten gevelelementen. Met die partners overleggen wij over inbouwgemak en het realiseren van snelle en feilloze aansluitingen. Je kunt bouwprocessen en bouwproducten niet innoveren zonder samenwerking in partnerships. Zo ontstaat er één netwerk van gekoppelde product- en informatiestromen.”

Leasekozijn

Van de Vin

Zouden houten kozijnen zich ook lenen voor innovatieve verdienmodellen in de vorm van leaseconstructies of abonnement-concepten? Van Loenhout: “Daarover hebben we wel gefilosofeerd met onze aannemers. Ik meen dat in de huidige woningmarkt alleen al het financieren van een woning vaak al een zware dobber is. De vraag is of een huiseigenaar in die situatie wel gebaat is bij een aantal bijkomende servicecontracten die te maken hebben met het gebruik van de woning. Ook valt de gebruiksfase moeilijk te monitoren.” Als het om productinnovatie gaat, ziet Van Loenhout wel innovatieve mogelijkheden in de ontwerpfase van het kozijn. “We zijn nu bezig met het ontwikkelen van een visueel sterke configurator, waarmee je een keuze kunt maken voor een type en uitvoering van een gevelelement. Met een grafisch helder programma zou je klanten een indruk kunnen gaan geven van hoe een draai-kiepraam, een schuifpui of een gesloten kozijn past in een ruimte.” Van lopende innovaties die Van de Vin realiseert, noemt Van Loenhout onder andere het inbrengen in kozijnen van een RFID-chip met daarin het ‘digitale paspoort’ van dat kozijn. Het slimme en eenvoudig monteerbare renovatiekozijn is al in gebruik.

Alternatief

Dit voorjaar eisen ook coronacrisis en de gevolgen daarvan de nodige aandacht op van de nieuwe directeur. Er is nog geen sprake van werkvermindering. In de fabriek gelden de regels voor afstand-houden, handen wassen, gebruik van handschoenen en er is een schema voor werkpauzes in de bedrijfskantine. Van Loenhout: “Er zijn iets meer ziekmeldingen dan normaal. Tot nu toe (anderhalve week na de afkondiging van de ‘intelligente lockdown’ door premier Rutte, red.) is de impact van corona nog niet in volle omvang merkbaar, maar we kunnen verwachten dat de afzet van onze renovatiekozijnen zal gaan haperen als meer renovatieprojecten worden stilgelegd. Waarschijnlijk zal de nieuwbouw voorlopig minder hard getroffen worden.” De coronacrisis heeft ook consequenties voor de internationale houthandel. Van Loenhout heeft al gemerkt dat de aanvoer van tropisch hardhout vanuit Maleisië en Kameroen stokt. Productielocaties worden gesloten. Hij verbindt daaraan een verrassende conclusie. Van Loenhout: “Die situatie dwingt ons tot nadenken over mogelijke alternatieven voor tropisch hardhout. Er zijn zeker alternatieven, zoals gemodificeerd Europees naaldhout van een goede kwaliteit. Het is tijd om het conservatisme in de bouw bij de houtkeuze te doorbreken en te kiezen voor een grondstof die niet uit een ander werelddeel hoeft te komen en dus ook minder schadelijk is voor onze planeet. Ik heb hierover een brief geschreven aan al onze ketenpartners. Die staat nu op onze website.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief   Aanmelden